Below the program notes that i wrote concerts (in Dutch) organised by Flanders Symphony Orchestra and De Singel (Antwerp) are listed. Scroll down and find out more.
Sergei Prokofjev: Ouverture over Hebreeuwse thema's, op. 34b
Toen Sergej Prokofjev in 1919 in New York verbleef, zocht het Russische Zimro Ensemble hem op met een notitieboekje gevuld met traditionele Joodse wijsjes en het verzoek om voor hen een compositie op basis van die liedjes te schrijven. Aanvankelijk nam hij het aan uit beleefdheid, maar hoe meer hij door het boekje bladerde, hoe meer zijn fascinatie ervoor groeide.
In zijn Ouverture over Hebreeuwse thema’s, voltooid in slechts twee dagen, zijn twee belangrijke muzikale thema’s te horen. In het eerste deel introduceert de klarinet een mysterieus motief dat de basis van de ouverture vormt, en treedt zij in dialoog met de viool. Een wolk van harmonie en rust daalt neder wanneer de cello het tweede thema brengt. Alle instrumenten zingen samen en dompelen je onder in een nostalgische droom. Ten slotte keren beide thema’s terug in een zoektocht waarbij klarinet en viool elkaar gedurig achterna zitten tot de Ouverture kort maar krachtig eindigt.
Ludwig van Beethoven: Symfonie nr. 8, op. 93
Beethovens achtste symfonie, gecomponeerd in 1812, is luchtig met een snuifje Mozart. Ondanks zijn steeds meer overheersende doofheid dirigeerde de Duitse componist de première zelf, hoewel het orkest vooral de concertmeester volgde. Terzelfdertijd is Napoleon in Leipzig overwonnen: was deze symfonie impliciet een viering hiervan?
De vierdelige symfonie is doordrenkt van een vreugdevolle stijl en onderscheidt zich van Beethovens resterend symfonisch oeuvre. In het Allegro vivace e con brio introduceert het orkest feestelijk het vrolijke hoofdthema. Middenin kleurt de muziek donkerder maar klaart op in de reprise met een dramatische climax. In het Allegretto scherzando lijken de zachte staccato’s van het orkest wel een metronoom na te bootsen. Het levendige karakter van het openingsdeel leeft voort. Met het Tempo di menuetto maakt Beethoven een muzikaal grapje door een veel langzamere traditionele dansmelodie te componeren. Hier en daar maken de blazers muzikale “foutjes” op ongewone plaatsen. Alles komt samen in het slotdeel, het Allegro vivace, met het gebruikelijke, snelle tempo.
Dmitri Sjostakovitsj: Concerto voor cello nr. 1, op. 107
Wereldwijd wordt Dmitri Sjostakovitsj’ eerste celloconcerto uit 1959 beschouwd als een van de moeilijkste concertwerken voor cello. De compositie droeg hij op aan zijn goede vriend Mstislav Rostropovitsj die tijdens de première als solist optrad. Popelend van ongeduld want tot Sjostakovitsj’ verrassing kende hij het werk al na vier dagen uit het hoofd.
De cello laat je kennismaken met het hoofdmotief waarmee het gehele orkest vervolgens gaat experimenteren. In dit eindeloze web van variaties speelt de cello de protagonist. Het tweede deel contrasteert sterk wanneer de stemmen van de strijkers verzachten en mijmerend zingen. De celesta creëert met haar metalen klanken een interessante dialoog met de cello. Het orkest verstilt en geeft het woord aan de cello die in de cadenza zijn virtuositeit laat horen. Ten slotte verrassen de hobo en cello je ook met nieuw muzikaal materiaal, af en toe onderbroken door een chromatische toonladder. Zeven sterke paukenslagen zorgen voor een monumentaal einde.
Johannes Brahms: Vioolconcert in D
Johannes Brahms’ enige vioolconcerto uit 1878 is gewijd aan de vermaarde violist en goede vriend Joseph Joachim, die regelmatig advies over de vioolpartij gaf. Hoewel de compositie gemengde reacties kreeg en door sommigen als ‘tegen de viool’ werd beschouwd, geniet het concerto vandaag wereldwijde roem.
Het Allegro non troppo opent met het hoofdthema: de tonen van een gebroken akkoord. Na een lange orkestrale opbouw onderbreekt de violist met een virtuoze solo. Het lyrische tweede thema wiegt je in een gelukkige roes. Tijdens de cadenza speelt de violist solo en voegt eigen materiaal toe. Het rustige Adagio, met de hoboïst aanvankelijk in de hoofdrol, zweeft in een andere toonaard door de ruimte, waarna de violist en het orkest meer harmonie en textuur toevoegen. De uitbundige finale is met haar Hongaarse dansachtige melodieën een eerbetoon aan Joachims afkomst. Hoewel het deel na een korte solo van de violist lijkt te eindigen, verschijnt het orkest plotseling met een laatste reeks krachtige slotakkoorden.
Jean Sibelius: Symfonie nr. 2
Jean Sibelius schreef zijn tweede symfonie in het zonnige Italië, terwijl Finland streed voor onafhankelijkheid. De grandioze finale werd gezien als een bevrijdingssymfonie, maar Sibelius ontkende elke nationale intentie. Toch is dit zijn meest befaamde werk.
De eerste drie noten van het Allegretto vormen de basis voor de hele symfonie. Het volledige thema is pas hoorbaar bij het hoogtepunt. In het Tempo andante, ma rubato wandelen de strijkers op de tippen binnen, gevolgd door de fagot, die als de stem van de Dood bij een eerste ontmoeting met Don Juan klinkt. Spanning en zachte, hemelse gezangen wisselen elkaar voortdurend af. Het rusteloze Vivacissimo bouwt spanning op, die oplost in een stilte, doorbroken door een lyrische hobo met een herneming van het beginmotief. Kanonschoten verstoren de rust, maar een sprankje hoop klinkt door. Zonder pauze bereikt de symfonie haar finale, het Allegro moderato, waarin Sibelius met kolossale thema’s terugblikt naar het hoofdmotief en wellicht hoop lijkt te bieden in donkere tijden.
John L. Adams: Become River
John Luther Adams’ muziek ademt een diepe verbondenheid met de natuur. Als voorvechter van natuurbescherming lopen de Arctische landschappen van Alaska, zijn woonplaats, en zijn klimaatbewustzijn als rode draden door zijn oeuvre. Zijn composities echoën de geluiden van de wereld- om hem heen. Zo ontstond een trilogie over rivieren, de oceaan en de woestijn. Het eerste deel, Become River, voltooide hij in 2010 voor een kleiner orkest, het St. Paul Chamber Orchestra.
Het ruimtelijke aspect is cruciaal. Adams heeft de gebruikelijke plaats van de instrumenten op het podium omgedraaid: de strijkers zitten achteraan, terwijl de overige instrumenten in dalende lijn naar voren zitten. De muziek stroomt doorheen het orkest als een rivier van achter naar voren, van land naar zee.
Een hoge toon van de violen sijpelt de zaal binnen en vertakt in melodische riviertjes van dalende tonen. Het fragiele muzikale landschap verandert geleidelijk wanneer nieuwe instrumenten de stroom naderen en aftakken, telkens met een dalend motief. Gedurende twintig minuten vloeien drie muzikale rivieren met verschillende snelheden van hoge naar lage tonen. Een complex, uitdijend web van lagen ontstaat waarin elke stem uniek is. Het geheel zakt steeds verder af en mondt uiteindelijk uit in een zware, kolkende massa van klanken.
John L. Adams: Become Desert
Terwijl Become River de zaal onder water zet, neemt Become Desert je mee naar een dynamisch woestijnlandschap. Dit derde, geprezen werk in de trilogie voor orkest en koor voltooide hij in 2017, na zijn verhuizing naar de Sonorawoestijn in Mexico, voor de Seattle Symphony. Geïnspireerd door de effecten van de klimaatverandering en een citaat van François-René de Chateaubriand: “Forests precede civilizations, and deserts follow,” viert Adams de natuurlijke woestijnen en betreurt de door de mens gecreëerde woestijnen. De ruimte is ook hier cruciaal: het orkest is verdeeld in vijf groepen die het publiek omringen. Terwijl de strijkers, harpen en percussie het podium vullen, zweven de overige instrumenten boven en rondom de luisteraars in de zaal.
Become Desert opent met lichte, hoge beltonen en hemelse vioolklanken. Nieuwe instrumenten voegen zich toe en doen het landschap langzaam ontwaken. Elke kleine wending stuurt het stuk in een nieuwe richting. Elementen van de woestijn echoën in de muziek: zonnestralen, het uitgestrekte landschap, een donderslag in de verte en de rust die over de woestijn waakt. Hoe dieper je luistert, hoe meer je ontdekt in de lagen van de compositie. Het koor zingt herhaaldelijk het Spaanse woord ‘luz’ voor licht, het element dat volgens Octavio Paz’ gedicht uiteindelijk overblijft: “That which is not stone is light.” Adams creëert een web van heldere texturen die zich ontwikkelen tot krachtige climaxen. Middenin strijkt de muziek neer en is in de verte een rollende donderslag te horen. Uiteindelijk stijgt en verzacht de muziek, alsof ze elk moment dreigt op te lossen in de stilte van de woestijn.
NFM Wrocław Philharmonic
Als een van de toonaangevende symfonieorkesten in Polen staat de NFM Wrocław Philharmonic bekend om zijn unieke repertoire dat klassiek, avant-garde en jazz omvat, en om zijn samenwerkingen met gerenommeerde gastdirigenten zoals Jacek Kaspszyk en Philippe Herreweghe. Het orkest brengt regelmatig werken van de befaamde componisten Witold Lutosławski, Krzysztof Penderecki en Arvo Pärt. Opgericht in 1945 en vernoemd naar Lutosławski in 1996 is de NFM Wrocław Philharmonic momenteel orkest in residentie in het National Forum of Music (NFM) in Wrocław. Bij de opening van dit concertgebouw in 2015 kreeg het orkest zijn huidige naam. Giancarlo Guerrero, zesvoudig Grammy-winnaar, was zes seizoenen artistiek directeur van het orkest. Naast het hedendaagse repertoire organiseert het orkest educatieve projecten die kinderen en jongeren dichter bij muziek brengen.
I have written some articles freely about topics that are interesting to me. Discover below what I have been writing about.
Meise, Belgium
Company registration number: 1013801141
Copyright © All rights reserved. Logo by Joni Mok.